Het meest indrukwekkende afscheid dat ik zelf ooit beleefde,
speelde zich af in Sydney. Na een fantastische stage van zes maanden, geïntensiveerd door een romance op de werkvloer, kwam onvermijdelijk mijn
laatste werkdag, snel gevolgd door mijn terugkeer naar Nederland. In een Thais
restaurant en tig kroegen aten en vooral dronken mijn collega’s en ik op het
leven, de liefde, vriendschap en een onvergetelijke tijd. Naar goed Australisch
gebruik werd ik zo dronken dat ik me de tranen met tuiten die ik bij het
afscheid vergoot, nog slechts vagelijk kan herinneren. Helemaal blanco in mijn
geheugen zijn de gezichten van de twee mannen die mij en mijn lover, tijdens
onze zwalktocht naar zijn huis, onder bedreiging van een groot keukenmes (dat
me dan wel weer scherp voor de geest staat) van onze portemonnees met inhoud en
pincodes beroofden. De dronkenschap bleek mijn financiële redding: met geen
mogelijkheid schoot mij de viercijferige code te binnen. Ik stamelde iets dat
erop leek, met hart en ziel biddend dat de overvallers hun bedreiging ‘I’m
gonna kill you’ niet tot werkelijkheid zouden maken.
Het afscheid dat de meeste opluchting gaf, was van de baan
die zo geweldig leek maar door de komst van een nieuwe leidinggevende tot een
dagelijkse kwelling werd. Ik zal hier verder niet teveel wooden aan vuil maken,
maar o – dat moment waarop ik een contract tekende bij mijn nieuwe werkgever en
de akelige bijna-ex-leidinggevende kon vertellen dat ik opstapte, en die uiteindelijke laatste
dag dat ik met opgeheven hoofd dat gehate pand uit kon lopen, om nooit meer
terug te keren…
Nu sta ik wederom aan de vooravond van een afscheid,
afscheid van een stad. De stad waar ik 16 jaar woonde, waar ik studeerde, mijn
eerste baan vond, liefhad, feestte, grote pieken en diepe
dalen beleefde, waarvan ik de schoonheid bewonderde en de donkere kantjes
leerde waarderen, waar het altijd frisser rook dan elders (en altijd net iets
harder waaide), waar ik altijd weer thuiskwam na weer een halfjaar of langer in
den vreemde, waar ik vrienden maakte voor het leven en trouwde met de man van
mijn dromen. De stad die ik uit vrije wil verlaat, om ergens een nieuw leven te
beginnen, samen met diezelfde man en – over een paar maanden – ons kindje. Als
dat nieuwe leven me maar half zoveel brengt als de afgelopen zestien jaar, mag
ik me al gelukkig prijzen.
Dit afscheid is hartverscheurend noch verschrikkelijk. Opluchting voel ik allerminst, en indrukwekkend is ook niet het juiste woord. Het is lichte weemoed met een vleugje nostalgie dat ik voel, in dit laatste weekend als inwoner van mijn stad, gevuld met laatste keren voor al die vertrouwde rituelen: van het zwemmen in mijn zwembad van jaren tot de wekelijkse gang naar die vertrouwede bakker. Het is de weemoed van het verlaten van iets prettigs, gecombineerd met de opwinding van een aanstaand nieuw begin. Het is de realisatie van iets dat ik nog niet helemaal besef, of omgekeerd: dat die stad waar ik zoveel beleefde, straks niet meer de stad is waar mijn huis staat.
Afscheid nemen: het blijft raar, ongrijpbaar, nooit makkelijk, maar vaak nodig - behalve in het geval van Sophie Scholl natuurlijk. Het betekent ook dat iets, iemand of een periode verplaatst van heden naar verleden, van hedendaagse realiteit naar iets dat verdwijnt naar de warme veiligheid van de herinnering - waar het alleen maar mooier kan worden. Het luidt een verandering in; de overgang van potentie naar actualiteit, zoals Aristoteles zei, naar het verworden van iets dat al latent aanwezig was.
Voor nu hou ik me liever aan de uitleg van Parmenides, volgens wie verandering per definitie niet mogelijk was. Zodat ik, ook al ben ik over een paar dagen geen Hagenaar meer, toch stiekem altijd een beetje van Den Haag zal blijven.
Over een paar dagen begint mijn nieuwe avontuur in een nieuwe, onbekende woonplaats, in een prachtig huis waar ik nu al verliefd op ben. Maar totdat de verhuiswagen definitief de grens van de stad heeft verlaten, koester ik nog heel even alles wat ik hier liefheb, wat Den Haag mij heeft gegeven, wat ik meeneem en een plaats geef te midden in het museum van mijn eigen herinneringen.
Om daarna hopelijk uit de grond van mijn hart te kunnen zeggen: het is goed zo.
Dit afscheid is hartverscheurend noch verschrikkelijk. Opluchting voel ik allerminst, en indrukwekkend is ook niet het juiste woord. Het is lichte weemoed met een vleugje nostalgie dat ik voel, in dit laatste weekend als inwoner van mijn stad, gevuld met laatste keren voor al die vertrouwde rituelen: van het zwemmen in mijn zwembad van jaren tot de wekelijkse gang naar die vertrouwede bakker. Het is de weemoed van het verlaten van iets prettigs, gecombineerd met de opwinding van een aanstaand nieuw begin. Het is de realisatie van iets dat ik nog niet helemaal besef, of omgekeerd: dat die stad waar ik zoveel beleefde, straks niet meer de stad is waar mijn huis staat.
Afscheid nemen: het blijft raar, ongrijpbaar, nooit makkelijk, maar vaak nodig - behalve in het geval van Sophie Scholl natuurlijk. Het betekent ook dat iets, iemand of een periode verplaatst van heden naar verleden, van hedendaagse realiteit naar iets dat verdwijnt naar de warme veiligheid van de herinnering - waar het alleen maar mooier kan worden. Het luidt een verandering in; de overgang van potentie naar actualiteit, zoals Aristoteles zei, naar het verworden van iets dat al latent aanwezig was.
Voor nu hou ik me liever aan de uitleg van Parmenides, volgens wie verandering per definitie niet mogelijk was. Zodat ik, ook al ben ik over een paar dagen geen Hagenaar meer, toch stiekem altijd een beetje van Den Haag zal blijven.
Over een paar dagen begint mijn nieuwe avontuur in een nieuwe, onbekende woonplaats, in een prachtig huis waar ik nu al verliefd op ben. Maar totdat de verhuiswagen definitief de grens van de stad heeft verlaten, koester ik nog heel even alles wat ik hier liefheb, wat Den Haag mij heeft gegeven, wat ik meeneem en een plaats geef te midden in het museum van mijn eigen herinneringen.
Om daarna hopelijk uit de grond van mijn hart te kunnen zeggen: het is goed zo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten