Pagina's

zondag 4 juli 2010

'Daar doen wij niet aan'

Twee maanden is het inmiddels. Twee maanden dat ik wacht op een betaling van een opdrachtgever. Voor een artikel dat ik nog voor de deadline heb aangeleverd. Waar ik toen meteen de factuur voor op de post (ja het bestaat nog) heb gedaan. En waar ik duidelijk het volgende zinnetje aan heb toegevoegd: ‘Gelieve dit bedrag binnen dertig dagen na datering van deze factuur over te maken op rekeningnummer…’.
Zelf krijg ik ook wel eens facturen. Van het Centraal Justitieel Incassobureau bijvoorbeeld, als ik een flitspaal over het hoofd heb gezien. Of van de belastingdienst, voor een bijbetaling. Van de zorgverzekeraar voor een eigen risicobetaling. En wee mijn gebeente als ik de uiterste betaaltermijn van deze instanties aan mijn laars lap. Ooit ontving ik een brief die refereerde aan een factuur die mijn huis nooit had bereikt. Dat ik de tandartsrekening niet had betaald, of ik dat voor morgen wilde doen, omdat ik anders een deurwaarder op de koffie kon verwachten. Ondanks dat ik de eerste rekening echt niet had ontvangen, voelde ik mij onmiddellijk een halve fiscale crimineel, en nog dezelfde minuut maakte ik het bedrag over.

Van enig ontzag voor de door mij gehanteerde betalingstermijnen, is echter bij mijn opdrachtgevers geen sprake. Deze grote instanties houden er hun eigen regels op na, en ik als gedeeltelijk zelfstandig ondernemer heb mij daar maar naar te schikken. Vinden zij 48 dagen een mooie termijn om het geld voor mijn geleverde diensten te betalen? Jammer voor mij dat ik dat geld eerder nodig heb. Ik kan hoog of laag springen, maar de euro’s komen werkelijk geen dag eerder mijn kant op. Een collega-freelancer van me heeft ooit tegen zo’n financiële administratie gezegd dat zij extra kosten gaat rekenen wanneer de factuur op die en die datum niet zal zijn betaald. Helaas, sprak de financieel administrateur in kwestie, wij betalen dergelijke ‘boetes’ niet.

Of zij nu de betalende of ontvangende partij zijn: het zijn de grote organisaties die steevast de dienst uitmaken. Zij bepalen wanneer ik hen moet betalen, en wanneer zij in de buidel tasten om aan hun betalingsverplichtingen naar mij te voldoen. Ik kan allerlei leuke dingen bedenken, zoals de factuur verhogen wegens te laat betalen. Maar die organisaties kunnen gewoon zeggen ‘daar doen wij niet aan’. Dreigen met een deurwaarder? Ik kan de beste man of vrouw niet eens betalen. Of ik nu burger of ondernemer ben: ik heb eenvoudigweg niets te willen, en ook geen middelen of macht om mijn wil af te dwingen. Zij zijn groot, ik ben klein. Dat kan toch niet eerlijk zijn?