Pagina's

maandag 9 mei 2011

Neem dan niet op!

De mobiele telefoon heeft niet alleen technisch en qua uiterlijk een revolutionaire ontwikkeling doorgemaakt. Ook in onze persoonlijke verhouding tot deze vanaf steeds jongere leeftijd onmisbare gadget heeft een aardverschuiving plaatsgevonden. In den beginne was het behoorlijk ‘not done’ om in niet-zakelijk gezelschap de mobiel te beantwoorden. Bellers werden restaurants uitgekeken, konden in de bioscoop rekenen op fluitconcerten, en werden in de trein nog net niet publiekelijk gelyncht door mede-reizigers. Wie het in zijn hoofd haalde tijdens een vergadering, presentatie of college zijn mobiel hoorbaar af te laten gaan, daalde al helemaal op de populariteitsladder.

Vandaag de dag verrichten we zo’n beetje alle onderdelen uit de pyramide van Maslov op onze telefoon, op slapen en eten na (hoewel we de boodschappen dan wel weer bestellen via de smartphone). Dat vinden we bovendien heel normaal. Het ding uitzetten? We weten niet eens hoe het moet, en wat was die inlogcode ook alweer? Hooguit zetten we hem stil. Maar zelfs dat liever niet. Een gedeelte van je identiteit leg je niet zomaar even het zwijgen op.

En daarom beland ik regelmatig in de volgende situatie. Ik bel iemand op, bijvoorbeeld om hem of haar te benaderen voor een interview. Er wordt opgenomen, ik vraag of ik gelegen bel, om vervolgens een geirriteerd ‘Nee, ik zit in een vergadering’ toegesnauwd te krijgen vanaf de andere kant van de lijn. Of ‘ik zit in de auto en bel niet handsfree’. Ook gehoord: ‘Ik zit in de stiltecoupe en mag niet bellen’. Dus even ter recapitulatie: ik bel een mobiel nummer, de beller bevindt zich in een situatie waarin hij niet kan of mag bellen, besluit toch op te nemen, en wordt vervolgens boos op mij omdat ik het in mijn hoofd haal te bellen, en niet heb geroken dat diegene zat te vergaderen of auto aan het rijden was.

Neem. Dan. Niet. Op!

Staat het wellicht interessant om tijdens een vergadering toch op te nemen, in de hoop dat het een Zeer Belangrijke beller is? En is de teleurstelling dan zo groot dat het slechts een onbenullige journalist blijkt te zijn dat die frustratie ter plekke op het stuk onbenul afgereageerd dient te worden? En het stomme is dat ik me door die kribbige reacties nog schuldig voel ook. Terwijl de vergaderaar in kwestie op dat moment toch de enige is die schuld heeft aan zijn irritatie en frustratie.

Dus, geachte vergaderaars, niet-handsfree bellers of stiltecoupéreizigers. Realiseert u zich de volgende keer dat uw telefoon op dat heikele moment afgaat, dat het uw eigen fout is dat u hem niet stil heeft gezet. En neemt u alstublieft de telefoon niet op als het niet uitkomt. Want, zoals een oude spruitjeswijsheid uit grootmoeders tijd luidt: als je niets aardigs te zeggen hebt, zeg dan liever helemaal niets.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten