Pagina's

woensdag 12 juni 2013

Hebben wij geknikkerd, kind?

“Dus jij regelt dat gedeelte, Suus?” Mijn hoofd schoot omhoog en ik keek recht in de ogen van de stagiaire van begin twintig die ik een dag geleden voor het eerst de hand had. En dacht: hebben wij geknikkerd, kind?
Doorgaans vind ik het wel gezellig wanneer mensen mijn naam afkorten, ook op het werk. Stiekem voelt het vaak zelfs als een kleine uiting van genegenheid.  Alsof de collegiale verhouding met die persoon vanaf dat moment een warm, vriendschappelijk tintje heeft gekregen. Alsof de ander zegt: ik vind je aardig.
Maar dat warme gevoel bleek vér te zoeken toen mijn koosnaam werd gebruikt door een tien jaar jongere stagiaire op haar tweede werkdag. Ik voelde me verstijven, hoorde mezelf haar koeltjes antwoord geven en keurde haar verder nauwelijks een blik waardig.
Thuisgekomen deelde ik mijn frustraties op twitter, waarbij ik bekende me wel erg oud te voelen door mijn reactie op haar ‘Suus’. Onmiddellijk twitterde een van mijn volgers terug: “De jeugd kent gewoon geen respect meer!”
Want daar kwam het natuurlijk op neer: ik vond het ‘Suus’ van de stagiaire allesbehalve respectvol. Blijkbaar hecht ik meer waarde dan me lief is aan wat moraalfilosoof Stephen Darwall recognition respect noemt: respect omwille van een vaststaand feit betreffende een object of een persoon, zoals sociale conventies, kenmerken van de persoon of puur het feit dat iemand een medemens is.      
Juist met dit type respect worstelde ik zelf regelmatig, ten gunste van die andere categorie: appraisal respect, gebaseerd op verdiensten zoals gewaardeerd gedrag of prestaties. Mijn persoonlijke worsteling betreft vooral het dogma ‘respect voor ouderen’ dat er met de paplepel in is gegoten. Daardoor hoorde ik mezelf laatst een schaamteloos voordringende bejaarde dame terechtwijzen met de woorden: ‘Mevrouw, u stond ver achter mij, wilt u alstublieft op uw beurt wachten?’ De gedrilde u-zegger in mij bejegende haar met meer respect dan zij op dat moment in mijn ogen op basis van haar gedrag verdiende. Eigenlijk had ik helemaal geen zin om de vrouw respectvol te behandelen, maar recognition respect dwong mij. Ook dat is niet raar: respect heeft nu juist als kenmerk dat we het niet opbrengen omdat we dat zo graag willen, maar omdat we erkennen dat we een bepaalde persoon of zaak móeten respecteren, aldus het lemma over respect in de Stanford Encyclopedia of Philosophy.
Gelukkig maar. Want o, wat voelde het vervelend om door de stagiaire aangesproken te worden alsof ik haar jongere zusje was. Ik wilde gewoon mijn portie  recognition respect, losstaand van mijn prestaties, maar om wie ik ben: iemand die al heel wat jaren langer in de wereld én op haar stageadres rondloopt.
Ook al doet het soms pijn en voelt het soms onterecht: respect móet, al is het maar om de banale reden dat we zelf allemaal zo moeilijk zonder dat beetje erkenning zouden kunnen.
Welke bejegeningen precies wel en niet onder de noemer ‘respectvol’ vallen, is voer voor discussie. Maar dat ‘je’ tegen bejaarden en ‘Suus’ tegen collega’s op een stageadres daar niet bij horen, lijdt hopelijk geen twijfel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten