Pagina's

dinsdag 5 april 2011

Begint het bij jullie al te kriebelen?

‘Een cola light, alsjeblieft’, bestelde ik bij de ober tijdens een etentje met vrienden. Nog voordat ik de zin helemaal had uitgesproken, zag ik zes paar ogen verwachtingsvol mijn kant op schieten. ‘Zou het eindelijk zo ver zijn?’ vroegen die collectief. Het moest haast wel. Het etentje had plaats in mijn woongemeente, ik was op de fiets, dus geen enkel excuus om niet het voor mij tijdens dergelijke gelegenheden gebruikelijke glas wijn te bestellen. Een vriendin waagde het er op. ‘He Suus, waarom drink jij geen wijn?’ vroeg ze op haar meest onschuldige toon. Ik begon uit te leggen dat ik de avond ervoor meer alcohol geconsumeerd had dan goed voor me was, en dat alleen al de aanblik van een glas wijn mij niet vrolijker maakte. Ik zag het ze niet geloven, en ik hoorde ze rekenen. Een maand geleden dronk ze nog wel wijn, dus dan zal over een week of acht het grote nieuws wel verteld kunnen worden. Het kon immers niet anders dan dat ik zwanger was.

Het moest ook wel een keer, want ik ben toch alweer zo’n anderhalf jaar getrouwd, de dertig al twee jaar gepasseerd, en behoor inmiddels tot de laatste der mohicanen als het op kinderen aankomt: vrijwel ieder stel in mijn vriendenkring mag zich inmiddels vader en moeder noemen. Vanzelfsprekend zullen wij toch binnenkort ook wel die stap maken?
Vlak voor onze bruiloft stelde mijn man nog voor om tijdens zijn bedank-speech terloops te laten vallen dat hij zwak zaad zou hebben, om die eventuele hints naar ons moment van voortplanting de grond in te boren. Mijn verwerping van zijn plan doet me nu op de blaren zitten. Want er gaat geen gelegenheid voorbij of de vraag wordt gesteld: of het bij ons nog niet begint te kriebelen?

Authenticiteit en individuele keuzes worden vandaag de dag gepredikt als het recept voor een gelukkig en succesvol leven. In vele landen controversiële zaken zoals homoseksualiteit, abortus en euthanasie, vinden we hier doorgaans prima. Maar zodra iemand in onze omgeving op het gebied van bijvoorbeeld relaties of kinderen een niet-standaard keuze dreigt te maken, schieten we verrassend vaak en snel in de ‘doe maar normaal’-modus, en blijken afwijkingen van het standaard plaatje van relatie, samenwonen en kinderen – minimaal twee – ineens heel eng te zijn.

Mijn goede vriend, die al bindingsangst voelt opkomen bij het aanschouwen van een stel dat hand in hand loopt, moet steevast de vraag aanhoren ‘wanneer hij nu eens een leuke relatie krijgt’. Want, zo stelde een kennis onlangs, ‘nu je de 35 gepasseerd bent, wordt het toch wel eens tijd om je verantwoordelijkheden te nemen’. Trouwen en kinderen dus, in de belevingswereld van die kennis. Dat mijn vriend in zijn eentje vele malen gelukkiger is dan hij was ten tijde van zijn amoureuze escapades, doet blijkbaar niet ter zake.
Ook mijn gescheiden vriendin moet inmiddels al een aantal jaren uitleggen dat zij niet zit te wachten op een nieuwe relatie: ja, dat dat vast heel leuk kan zijn, maar nee, dat zij na een reeks teleurstellende ervaringen wel klaar is met mannen. ‘Alsof ik in mijn eentje niet voldoende ben’, verzucht zij wel eens. ‘Ben ik soms pas compleet als er een vent naast me zit?’
Een andere vriendin heeft weliswaar ‘keurig’ een relatie, maar woont niet samen met haar lief, tot wederzijdse grote tevredenheid. Behalve tot die van de buitenwereld. ‘Maar gaat het dan wel goed tussen jullie?’, is de bezorgde vraag die haar doorgaans ten deel valt.

Of neem mijn kinderloze vriendin. Op haar ontkennende antwoord op de vraag of zij kinderen heeft, volgt standaard de vraag of haar vriend en zij ze niet wilden, of dat zij ze niet konden krijgen. Ik zie al voor me dat we op een feestje, in een gesprek met iemand met overgewicht, diegene vragen of het zijn eigen keuze is om dik te blijven, of dat hij een aandoening heeft. We zouden het niet in ons hoofd halen. Maar iemand zonder kinderen? Die mag zich wel eens even verantwoorden. Zelf moet ik, wanneer het ter sprake komt, nog steeds uitleggen waarom mijn ouders destijds slechts één kind hebben gekregen. Want van kinderen krijg je er minstens twee, zo geldt nog steeds de gangbare overtuiging. Het mag dan momenteel gebruikelijker zijn voor stellen om het er bij één te laten; de reproductieve perikelen van nota bene mijn ouders dienen wel even toegelicht te worden.

Hoe authentiek we ook willen zijn: met mensen die we niet kunnen plaatsen in de standaard levenswandel, blijven we moeite houden. Onze verwachtingspatronen aangaande bepaalde zaken des levens zijn zo ingesleten, dat we een verklaring verwachten voor alles wat afwijkt. En intussen zo lang de keuze voor de normale weg nog open ligt, blijven we hopen, en vol verwachting frisdrankdrinkende vriendinnen in de gaten houden, uitkijkend naar een blijde boodschap. Want met ‘gewone’ keuzes kunnen we altijd nog het beste leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten