Pagina's

woensdag 10 november 2010

Hadden ze maar niet zoveel moeten verwachten van hun relatie

Toen mijn goede vriendin ontdekte dat haar echtgenoot er al drie jaar een relatie met haar beste vriendin op na bleek te houden, was zij maar al te blij dat zij begin jaren ’00 deze ontdekking deed. Zij was economisch zelfstandig, niet geketend aan morele plichten vanuit een levensbeschouwelijke zuil, en de wetgeving was zodanig dat binnen afzienbare tijd de scheiding tussen haar en haar man kon worden uitgesproken. Dankzij haar zelfstandigheid kon zij bovendien met haar twee kinderen in hun eigen huis blijven wonen. Deze omstandigheden maakten voor haar de zware, pijnlijke, maar onvermijdelijke beslissing om bij haar man weg te gaan, praktisch gezien iets minder problematisch.

Echtscheidingen zijn vandaag de dag meer regel dan uitzondering, zo wijzen recente cijfers van het CBS uit. In zijn artikel ‘Weg met het romantisch ideaal’ (De Volkskrant, Opinie en Debat, zaterdag 30 oktober) onderzoekt psycholoog Huub Buijssen de oorzaak van het feit dat vandaag de dag steeds meer huwelijken ontbonden worden. Zijn conclusie: als verwende kinderen van de moderne tijd gaan wij ervan uit dat we op de wereld zijn om gelukkig te worden, en zoeken we dit geluk, naïef als we zijn, in de romantische relatie. Gevolg: we stappen met onrealistische idealen het huwelijk in, komen er na enkele jaren achter dat er ‘geen chemie’ meer is, en zien vervolgens geen andere mogelijkheid dan een punt achter onze relatie te zetten. Waar het huwelijk vroeger voor altijd was, het nu een besluit is waar op teruggekomen kan worden als het niet het verwachte geluk brengt.
Godzijdank.
Want als mijn vriendin in de tijd had geleefd waar ik Buijssen van verdenk dat hij ons graag naar zou willen laten terugkeren - de tijd van liefdeloze huwelijken zonder quality time, die simpelweg nodig waren om te overleven - was zij nog steeds getrouwd geweest met haar overspelige echtgenoot, met alle ellende van dien. En partners die elkaar, om welke reden dan ook, volkomen ongelukkig maken, zouden dan tegen wil en dank samen blijven.

Zelf voor iemand die meent dat streven naar geluk binnen een relatie een naïeve houding is van naoorlogse generaties, kan dit toch allerminst een wenselijk vooruitzicht zijn.
Het huwelijk was vroeger voor altijd, stelt Buijssen – jazeker, omdat men destijds geen andere keuze had, op straffe van armoede of sociale uitsluiting. De kwantiteit van het grotere aantal huwelijken dat destijds in stand bleef, zegt immers niets over de kwaliteit van die relaties.
Desondanks schrijft Buijssen ons voor dat we ons neer dienen te leggen bij de keuze die we ooit hebben gemaakt - verandering van gedrag, ideeën, wensen en omstandigheden bij onszelf of bij de ander ten spijt - en ons maar moeten realiseren ieder huwelijk nu eenmaal moeilijke periodes kent.
Hadden we maar minder moeten verwachten van die duurzame relatie.
Dat een huwelijk hard werken is, ups en downs kent, chemie niet eeuwig durend is en sleur immer op de loer ligt, neem ik meteen aan. Maar het gros van de echtscheidingen onder de oorzaakscategorie ‘gebrek aan chemie’ wegzetten, zoals Buijssen doet, getuigt mijns inziens van een groot onbegrip voor en zelfs arrogantie ten opzichte van mensen die het in de relationele sfeer minder goed getroffen hebben. Niet alleen impliceert hij dat de beslissing tot echtscheiding vandaag de dag ‘gemakkelijk’ wordt genomen; ongelukkige huwelijken zijn volgens hem bovendien een kwestie van ‘eigen schuld’, en iets waar de betrokkenen maar mee moeten leren leven.

Maar ik hoef maar even te kijken naar mijn goede vriend wiens huwelijk allang niets meer voorstelt, maar die bij zijn vrouw blijft vanwege de kinderen, om te weten dat een dergelijke situatie mogelijk nog meer narigheid met zich meebrengt. In ieder geval voor een langere periode. En naar mijn vriendin die zich na acht jaar nog steeds schuldig voelt over het verdriet dat haar scheiding haar kinderen heeft aangedaan, om te weten dat scheiden niet ‘zomaar’ wordt gedaan.

Zelf ben ik ruim een jaar geleden getrouwd, om een reden die Buijssen ‘luxe’ noemt: vanwege de liefde die ik voel voor mijn man, en het romantische idee dat een leven met mijn man mij gelukkiger maakt dan een leven zonder hem.
En ik hoop ten zeerste dat het ons gegeven is ons aan onze belofte om voor de rest van ons leven bij elkaar te blijven, te kunnen houden.
Maar mocht er onverhoopt een tijd komen waarop dit voor ons niet meer mogelijk is, dan staat een ding als een paal boven water: namelijk dat aan deze beslissing een zeer veel ernstigere oorzaak ten grondslag zal liggen dan dagelijkse kleine irritiaties, sleur of momenten van onbegrip. Want zoals het overgrote deel van de getrouwden, ben ik niet aan een huwelijk met mijn grote liefde begonnen om dit door een niet opgedraaid tandpastadopje, of welke andere futiliteit dan ook, te laten verbreken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten